Begin maart organiseerde het project Van bodemkennis naar bodemkunde samen met Vruchtbare Kringloop Noord Nederland een webinar over bodembiologie. Microbioloog Eline Keuning van Bioclear en lector bodembeheer Emiel Elferink van Van Hall Larenstein vertelden over welke organismen in de bodem zitten, welke functies ze daar vervullen, hoe je die kunt bevorderen en hoe je inzicht krijgt in je bodembiologie.

Dat het thema bodembiologie aanspreekt is duidelijk. Ruim 340 geïnteresseerden schreven zich in voor het webinar ‘De rol van bodemleven – de onzichtbare boerenhulp’. Kijk hier het webinar terug en lees de gestelde vragen en antwoorden.

Terugkijken

Vragen en antwoorden

Hoe verwen ik het bodemleven? Naar hoeveel wormen per m2 moet je streven? Welke kunstmeststoffen kun je beter vermijden? Zijn warme zomers schadelijk voor het bodemleven?

De deelnemers stelden maar liefst 103 vragen tijdens dit webinar. Omwille van de tijd konden lang niet alle vragen behandeld worden. Onderstaand beantwoorden Eline en Emiel de overige, meest relevante, vragen.

1. Tot welke diepte kijk je naar het bodemleven en zijn schimmel culturen nog aanwezig in de bodem?

Dit wisselt van studie tot studie, maar we hebben het over de bovenste laag dus tot ongeveer 60-70 cm diep.

2. Wat wordt bedoeld met suppresive en conducive bodem?

Een suppresive bodem is in staat door het aanwezige bodemleven ziekte te onderdrukken. Een conducive bodem is hier niet toe in staat (de juiste biologie is hiervoor niet aanwezig) en hierdoor kan de ziekte/plaag makkelijker toeslaan.

3. Hoe denken jullie over het stimuleren van het bodemleven met behulp van suikers?

Planten voorzien het bodemleven van suikers (tot wel 30% van de vastgelegde koolstof door fotosynthese wordt weer aan het bodemleven gegeven). Het is dus niet nodig om zelf suikers toe te voegen.

4. Waarom functioneert het bodemleven niet (meer) zoals uitgelegd in onze intensieve teeltplannen?

We beginnen er eigenlijk pas recent achter te komen hoeveel invloed we uitoefenen op het bodemleven. Onze intensieve teeltplannen zijn (nog) niet geoptimaliseerd om juist het bodemleven te stimuleren en beschermen. Ik weet zeker dat we daar de komende decennia heel veel in gaan leren en veranderen, dan hebben we naast de fysische en chemische knop ook een biologische knop om aan te draaien in bodembeheer.

5. Ploegen is niet goed voor de instandhouding van pendelaars: geldt dit ook voor spitten?

Ook voor spitten geldt dat dit de bodemlagen verstoord en daarmee ook het bodemleven.

6. Als ploegen niet goed is, is woelen dan niet ook slecht voor het bodem leven en pendelaars?

Woelen verstoort de bodem veel minder dan ploegen en wordt gezien als een goede manier op het bodemleven te sparen.

7. Welke problemen kan drijfmest opleveren? En het injecteren van mest is een bewerking van de bodem; waarom doen we dat eigenlijk?

Doordat de urine en mest samen komen in drijfmest ontstaat door een chemische reactie ammoniak. Deze ammoniak zorgt voor problemen bij uitstoot naar de lucht. Om dit probleem op te lossen injecteren we drijfmest, er is bij het invoeren hiervan niet gekeken naar de effecten op de bodembiologie. Inmiddels weten we dat mestinjectie onder andere een nadelig effect heeft op de wormen en dus waarschijnlijk ook op de weidevogels.

8. Hoe kan ik zware klei beter bestand maken tegen droogte-periodes? Nu wordt het een betonlaag met grote scheuren.

Het gebruik van groenbemesters maakt de bodem beter in staat vocht vast te houden. Hier wordt momenteel ook veel onderzoek naar gedaan (tip: vooral in het Engels is hier veel over te vinden, gebruik de zoekwoorden drought cover crop). Het scheuren van de kleigrond kan ook positieve effecten met zich mee brengen, namelijk een structuurverbetering van de diepere lagen.

9. In hoeverre is het land betreden met zware voertuigen schadelijk voor bodemleven?

Zware voertuigen kunnen zorgen voor bodemverdichting, naast een verminderde structuur is dit ook nadelig voor het bodemleven en kunnen planten moeilijker wortelen.

10. Uit mijn bodemonderzoek blijkt dat de schimmel/bacterieverhouding scheef is: te weinig schimmels. Wat kan ik het beste doen of laten?

Om schimmels te behouden of te laten toenemen is het belangrijk de bodem minder te verstoren (dus bijvoorbeeld niet ploegen). Schimmels zijn de ‘lastige organisch materiaal experts’ van de natuur, dit zijn de verbindingen die planten en bomen structuur en stevigheid geven. Het toevoegen van organische stromen zoals gewasresten of compost kunnen daarom zorgen voor een toename van schimmels.

11. Hoe kun je met maatregelen de schurftschimmel met bodemleven bestrijden?

Onderzoek hiernaar staat nog in de kinderschoenen, dus het verlossende antwoord hebben we helaas nog niet. Wel weten we al dat er een heel aantal antagonisten (bodemleven dat de schurft tegenwerkt) zijn, er zijn ook al proeven uitgevoerd waarbij deze bacteriën werden toegevoegd. Er zijn ook indicaties dat het gebruik van eigen pootgoed kan bijdragen aan de weerbaarheid tegen schurft.

12. Zijn de wormen/schimmels ook actief onder de grondwaterspiegel (in de anaerobe zone)?

Ook onder de grondwaterspiegel komt leven voor! (Bacteriën vinden we nog tot kilometers diepte in de aardkorst). De soorten die dieper voorkomen zijn anders dan de soorten die je vindt in de bovenste laag van de bodem. We maken bijvoorbeeld gebruik van de bacteriën die dieper in de bodem zitten om bodemverontreinigingen op te ruimen.

13. Is verzilting dan een bedreiging voor aantal wormen?

Wormen zijn gevoelig voor zout, dus verzilting is inderdaad een voor bedreiging voor wormen.

14. Hoeveel afbraak doen we aan het bodemleven als het land in de winter niet beteeld is?

Het is voor het bodemleven beter als planten in de bodem aanwezig zijn, deze planten voorzien het bodemleven van suikers om van te leven ook gedurende de koudere maanden. Het is lastig om in getallen uit te drukken hoeveel afbraak we doen door de bodem kaal te laten. Daarbij komt dat bij een kale bodem de wind vrij spel heeft en kan zorgen voor erosie.

15. Wat is volgens jullie, naast goede omstandigheden creëren, een goede strategie om het bodemleven rijker te maken in akkerbouwgrond. Helpt toevoeging van mycorrhiza (of bacteriën)? En is het interessant om mycorrhiza toe te voegen aan grasland, of is dit financieel niet interessant?

De toevoeging van mycorrhiza en bacteriën heeft zeker potentie. Proeven uitgevoerd bij universiteiten laten zien, dat een goed gekweekte mycorrhiza hele positieve effecten heeft.  Wees wel heel kritisch op de beschikbare producten. Mijn advies zou zijn, nooit meteen overal toepassen. Verdeel een akker in twee stukken, voeg het product op een van de helften toe en de ander niet. Zo kun je ook duidelijk zien/meten of er een effect is.

16. Welke bodemkundige C/N-verhouding is wenselijk voor mycrorrhiza en bacteriën?

Dit hangt af van de bodemsoort en hoe de bodem gebruikt wordt. Er is niet 1 optimale C/N verhouding, ook in de natuur komen veel verschillende verhoudingen voor.

17. Als je met fungiciden spuit op het gewas schaadt dit dan ook de ‘goede’ bodemschimmels?

Hier wordt eigenlijk nog vrij weinig onderzoek naar gedaan, maar het logische antwoord is: Ja, waarschijnlijk heeft dit ook invloed op juist goede schimmels. Al zullen de effecten wel sterk afhankelijk zijn van welke fungicide het betreft.

18. In hoeverre kan je bodemleven toevoegen aan de bodem?

Bodemleven kun je toevoegen door bijvoorbeeld gebruik te maken van groenbemesters, compost en zo weinig mogelijk verstoring van de bodem (zoals ploegen). Het actief toevoegen van bodemleven is ook in opkomst. Er zijn al producten beschikbaar, wees altijd kritisch en begin met een test, bijvoorbeeld door een perceel in twee delen te verdelen en het product maar op 1 van de 2 toe te passen. Ik verwacht dat producten in de toekomst steeds beter worden, en we beter weten hoe we succesvol microbiologie kunnen toevoegen. (Denk hierbij aan het toedieningsmoment, de hoeveelheid cellen, dragermateriaal, etc).

19. Hoe lang blijven antibiotica en antiwormenmiddel actief in ruige stalmest en in drijfmest?

Dit hangt sterk af van welke antibiotica/ontwormingsmiddel, maar we weten wel dat er in mest antibiotica wordt gevonden. Ook antiwormenmiddel kan in mest voorkomen. In 2019 is hier een rapport over verschenen: ‘Antibioticaresistente bacteriën, resistentiegenen en antibioticaresiduen in mest, RIVM Briefrapport 2019-0112, H. Schmitt et al’.

20. Hebben we wel voldoende techniek om bodemleven te meten?

We hebben steeds meer technieken om het bodemleven te meten. Door de komst van DNA technieken kunnen we meten aan organismen die daarvoor niet te bestuderen waren, doordat we ze niet in een lab kunnen kweken. Er zijn natuurlijk ook veel andere methodes beschikbaar, het is belangrijk om bij een vergelijking dezelfde methodes met elkaar te vergelijken. Ook kunnen er verschillen zijn tussen labs, mede door het gebruik van andere methodes/protocollen.

21. Besteden Hogescholen nu meer aandacht aan bodemleven en goed bodembeheer? Het is een tijd maar heel summier aan bod gekomen.

Hogescholen besteden gelukkig steeds meer aandacht aan het bodemleven, wij verwachten dat dit de komende jaren een steeds belangrijkere plaats krijgt in het onderwijs.

22. Moet ik weidevogels bestrijden om de wormen te beschermen?

Nee we hoeven weidevogels niet te bestrijden om de wormen te beschermen. Weidevogels zijn een natuurlijk onderdeel van het ecosysteem.