De Melk & Klimaat deelnemers werken aan het verminderen van de uitstoot van de broeikasgassen. Na de studiebijeenkomsten hebben alle melkveeboeren bedrijfsspecifieke adviezen gekregen om mee aan de slag te gaan. Hoe pakt een boer de maatregelen op? En welke tips kan de expert nog geven? Lees mee in het Melk & Klimaat dossier, dit keer: de bodem en het gebruik van rode en witte klaver. 

Nick van Eekeren is als onderzoeker verbonden aan het Louis Bolk Instituut en werkt aan bodemkwaliteit en ruwvoederproductie. Bij bodemkwaliteit gaat het over bewust landgebruik. De beperkte stikstofgebruiksruimte en de vraag naar meer ruwvoer wringt.

Een melkveehouder wil graag een goede ruwvoeropbrengst van zijn percelen maar tegelijkertijd moet hij ook voldoen aan waterkwaliteit-, klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen. Volgens Van Eekeren kan dit allemaal bereikt worden door bewust landgebruik. Het het gebruik van rode en witte klaver is daarbij belangrijk: daarmee wordt meer eiwit van eigen land gehaald met minder stikstofbemesting.

Basismaatregel van landgebruik

Van Eekeren pleit voor een landgebruik bestaand uit 60% blijvend grasland en 20% gras, rode  en witte klaver (3 jaar) in vruchtwisseling met bouwland (3 jaar). Het zorgt voor een optimale bodemkwaliteit op bedrijfsniveau, omdat er niet continu maisteelt wordt toegepast. Ook zorgt bovenstaande maatregel voor het hoogst stikstof leverend vermogen onder blijvend grasland, heeft Van Eekeren onderzocht.  De 20 procent gras, rode en witte klaver bespaart kunstmeststikstof en levert een hoge eiwitproductie van eigen land, waardoor bespaart kan worden op de aanvoer van soja. Voor een gemiddeld melkveebedrijf met nu derogatie van 80% grasland en 20% bouwland levert bovenstaand landgebruik t 7000 euro per bedrijf per jaar op.

Emissieverlaging

Van Eekeren berekende samen met Theun Vellinga van de Wageningen Livestock Research dat dit landgebruik ook een verlaging gaf van broeikasgassen. Met name de besparing van kunstmest en hogere verteerbaarheid van klaver maken een verlaging van de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast wordt er in dit systeem ook CO2 in de vorm van organische stof in de bodem vastgelegd.

Hoe gaat een Melk&Klimaat-boer om met de bodem? Lees het verhaal van Johan Oerlemans 

Verschillende gronden

De aanpak die Van Eekeren onderzocht werkt heel goed voor bedrijven met 80% grasland en 20% bouwland. Op veengronden of zware klei waar veel veehouders richting de 100% grasland gaan wordt juist de C02 vastleggen in de bodem als organische stof – nu nog niet meegenomen in de KringloopWijzer – nog interessanter.