Groningse en Friese melkveebedrijven in het project Vruchtbare Kringloop Noord Nederland zijn de afgelopen drie jaar toegenomen in omvang. De melkveehouders scoren goed op het kengetal eiwit van eigen land en op de benutting van de meststoffen. Op het gebied van ammoniakemissie valt nog iets te winnen. Dat blijkt uit de resultaten van het project Vruchtbare Kringloop Noord Nederland 2017-2019.

Minder bemesting, meer winst
Van 104 melkveebedrijven in Groningen en Friesland zijn de KringloopWijzers van de periode 2017 tot en met 2019 geanalyseerd. Uit die analyse kwam naar voren dat de eiwitopbrengst van grasland in 2019 gelijk is gebleven ten opzichte van 2017, ondanks de droogte en terwijl de totale stikstofbemesting op grasland met 10% is gedaald. De kunstmestgift is in 2019 zelfs 23% lager dan in 2017. Er wordt dus minder bemest, maar niet minder geoogst. “Melkveehouders bemesten steeds beter de juiste hoeveelheid op het juiste moment en op de juiste plaats. Dat is de winst van dit project: meststoffen worden steeds beter benut”, aldus Gerjan Hilhorst, onderzoeker bij Wageningen UR.

Ammoniakemissie
Hilhorst: “Om de ammoniakemissie te verlagen voegen melkveehouders water aan de mest toe. Daarnaast reduceren zij het aantal jongvee en zien we dat het aantal weidedagen en aantal weide-uren per jaar iets is toegenomen.” Ondanks deze drie maatregelen is de ammoniakemissie per bedrijf in drie jaar tijd gestegen met 5% (2019 t.o.v. 2017). “Dit kan deels verklaard worden doordat bedrijven in oppervlakte en hoeveelheid melk groter zijn geworden.” Ondanks de afname van het aantal stuks jongvee is de ammoniakemissie per 1000 kg melk in 2019 hoger dan in 2017. De oorzaak hiervoor moet gezocht worden in de toename van de hoeveelheid ruw eiwit in het rantsoen. Deze is gestegen van 168 naar 171 gr/kg ds. De belangrijkste oorzaak hiervan is de toename van het ruw eiwit-gehalte in de graskuilen (van 168 in 2017 naar 184 gr/kg ds in 2019). “Door het voeren van krachtvoer met een lager eiwitgehalte (10% lager in 2019 t.o.v. 2017) hebben de veehouders hier wel op geanticipeerd maar hebben zij hiermee een stijging van het eiwitgehalte in het rantsoen niet kunnen voorkomen.” Bevat het rantsoen meer ruw eiwit, dan neemt de bron voor de ammoniakuitstoot toe.

Eiwit van eigen land
In 2019 is het aandeel eiwit van eigen land gemiddeld 68%. De verschillen tussen de bedrijven zijn groot. In de periode 2017 t/m 2019 is gemiddeld bij één op de vier bedrijven met een intensiteit tussen 15.000 en 19.000 kg melk/ha het aandeel eiwit van eigen land 76% (hoogste aandeel) en bij één op de vier bedrijven met deze intensiteit is het aandeel eiwit van eigen land 59% (laagste aandeel). “Opvallend is dat bij de 25% hoogst-scorende bedrijven bijna alle bedrijven beweiding toepassen met 1370 uur weidegang per jaar. Bij de 25% laagst-scorende bedrijven doet maar de helft van de bedrijven aan beweiding met 1000 uur weidegang per jaar”, aldus Hilhorst. “Beweiding past dus bij verhoging van het aandeel eiwit van eigen land, verlaagt de ammoniakemissie en de eiwit aanvoer met krachtvoer en dat is financieel aantrekkelijk”.

Managementkeuzes van een bedrijf en het goed uitvoeren van het management bepalen de uitkomst. “Melkveehouders kunnen van elkaar leren. Het is zinvol om in groepsverband het management te bespreken waardoor de verliezen minder worden en er financieel voordeel is te behalen. Dat is waar Vruchtbare Kringloop Noord Nederland aan wil werken.”