De resultaten van twee jaar KringloopWijzer in het project Vruchtbare Kringloop Overijssel zijn bekend. Zo’n 250 Overijsselse melkveehouders houden zich actief bezig met een efficiënte benutting van hun veestapel en bodem. Minder jongvee, verhogen van de melkproductie en verlagen van fosfor in krachtvoer zijn de belangrijkste maatregelen voor een beter economisch resultaat. Uit de cijfers die werden gepresenteerd aan de deelnemers tijdens de regiobijeenkomsten blijkt dat de deelnemers inmiddels een aantal positieve resultaten hebben geboekt op het gebied van bodembenutting en melkproductie.

Download hier het volledige rapport van Gerjan Hilhorst (WUR) met een analyse van de KringloopWijzers over 2014 en 2015. Hieronder volgt een korte samenvatting.

Bodemoverschot
Het verschil tussen de aanvoer (o.a. bemesting) naar de bodem en de afvoer (gewas) is het bodemoverschot. Overschot is niet per definitie verlies. Een deel van de mineralen kan namelijk vastgelegd worden in de bodem. Gemiddeld is het stikstof bodemoverschot 107 kg/ha. Dit is 16% lager dan de toelaatbare norm van 128 kg/ha. Deze norm is afhankelijk van grondsoort en gewas en wordt gebruikt bij het vaststellen van de gebruiksnorm.

Het fosfaat bodemoverschot is in beide jaren, 2014 en 2015, negatief. Dit betekent dat er gemiddeld met gewas meer fosfaat is onttrokken dan dat er met bemesting is toegediend. Op vooral fosfaatarme en fosfaatfixerende gronden die niet in aanmerking komen voor fosfaatreparatie is dit een probleem.

Meer melk per kg fosfaat
Verlagen van het aandeel jongvee, verhogen van de melkproductie per koe en verlagen fosforgehalte van het rantsoen zijn de belangrijkste maatregelen om meer melk per kg fosfaat te produceren. De 25% bedrijven met de meeste melk per kg fosfaat nemen al deze maatregelen. Het verlagen van het aantal stuks jongvee is het meest opvallend. Dit is 36% lager dan gemiddeld.

Het fosforgehalte in het rantsoen is 4% lager. Dat wordt gerealiseerd door minder (vers) gras in het rantsoen en iets meer maïs en bijproducten waarbij opvalt dat deze producten 10% lagere fosforgehalten hebben. Door het streven naar meer melk per kg fosfaat neemt de hoeveelheid beschikbare fosfaatmeststof af. Dit kan een probleem worden voor de fosfaatevenwichtsbemesting.

Maatregelen voor beter resultaat
De belangrijkste maatregelen die de deelnemers nemen om de bodembenutting te verhogen en het bodemoverschot te verlagen, zijn: perceelspecifiek bemesten, organische stof verhogen, pH op niveau brengen, goede verdeling meststoffen binnen het groeiseizoen en over percelen en gewassen, gewassenkeuze, rassenkeuze, graslandbeheer, vruchtwisseling gras en maïs op zandgrond, geen dierlijke mest op scheurgrond, drijfmest in de rij bij maïs en ruitzaai van maïs. Een ander belangrijke aspect is: geduld. Bodemstructuur kan snel slechter worden, maar herstel vraagt meer tijd.