De warmte in ons land houdt inmiddels al weken aan. De buien die verspreid over het land trekken zijn tot nu toe slechts druppels op een gloeiende plaat. De droogte leidt tot steeds meer vragen over de status en opbrengst van grasland en gewassen. Daarom in de maand augustus een miniserie over het omgaan met de droogte. In deel 1: Bepaal het drogestofgehalte van verdroogde mais.

Om maar met de deur in huis te vallen: het beste advies wat te doen met verdroogde mais is lastig te geven. Nu al hakselen is in ieder geval weinig zinvol. Er wordt niet veel meer dan ruwe celstof geoogst en bovendien komt er, zolang er geen neerslag van betekenis verwacht wordt, van de volgteelt ook niets terecht. Beter is om het gewas nog een paar weken aan te zien en ergens begin augustus te beoordelen of er van enige kolfvorming nog iets terecht is gekomen. Is dat het geval, dan kan korrelrijpheid afgewacht worden, zolang tenminste de bladetages boven de kolf voldoende bladgroen en daarmee fotosynthese capaciteit hebben om suikers in zetmeel om te zetten. Is dit niet het geval en dreigt het gewas noodrijp te worden of niet of nauwelijks een kolf te bevatten, dan kan maar beter overgegaan worden tot het oogsten van het gewas. Wacht daarbij tot het gewas een drogestofpercentage heeft bereikt van 28%. Dit om verlies van perssap (en daardoor voederwaarde) te voorkomen (zie onderstaande tabel voor DS gehalte bepaling in kolfloze mais).

Voedingswaarde
In ieder geval zullen we rekening moeten houden met een serieuze opbrengstderving en lagere voederwaarde van het te oogsten gewas. Ook de voederwaarde van kolfloze mais kan aanzienlijk tegenvallen. Vaak zal het al lastig genoeg zijn om 800 VEM te realiseren.
Beregenen van de mais na de bloei heeft weinig zin. Een gewas wat voor en tijdens de bloei al zwaar geleden heeft, wordt ook na een kunstmatige regenbui niet meer top. De lengte is er niet en de kolfaanleg is te klein gebleven. De vraag is zelfs of er überhaupt bestuiving heeft plaatsgevonden.

Bepalen drogestofgehalte van stengel en blad
Bij de bepaling van het drogestofgehalte van stengel en blad is de verkleuring van het blad en de sapstroom in de stengel bepalend. Om de mate van activiteit van de sapstroom te bepalen, kunt u een aantal stengels doorsnijden en het snijvlak samenknijpen. De verkleuring van het blad kan worden uitgedrukt in aantal bladeren dat nog voor meer dan 50% groen is. In onderstaande tabel worden de relatie tussen hoedanigheid van de stengel en blad en het drogestofgehalte gegeven.

Schatting drogestofgehalte van stengel en blad:

Hoedanigheid van blad en stengel                                                  Drogestofgehalte kolfloze mais
Gehele plant nog groen en er loopt vocht uit de stengel                                            18%
Plant ¾ groen en stengels zijn nog vochtig                                                                21%
Plant half groen en stengel praktisch droog                                                               24%
Plant ¼ groen en stengel geheel droog                                                                      27%
Plant geen groene delen meer (gewas lijkt geheel dood)                                           30%

Volgende keer in deel 2: Verwerken van kolfloze mais

Bron: ForFarmers