De afschaffing van de derogatie houdt de gemoederen bezig in de studiegroep van Henk Mulder, melkveehouder in Nieuwehorne. ‘Dat wij straks dierlijke mest moeten afvoeren en daardoor gedwongen worden om méér kunstmest te gebruiken, is de wereld op zijn kop.’ 

Het bedrijf van Henk – in maatschap met zijn ouders – telt 140 melkkoeien op een areaal van 85 hectare. Overtollige mest gaat tot dusver naar een buurman. Als de derogatie over vier jaar volledig is afgebouwd, is dat niet meer mogelijk, verwacht Henk: ‘Dit jaar hebben we 300 kuub naar de buurman gebracht. Over vier jaar gaat het om een veelvoud daarvan. Dat zullen we moeten afvoeren. De wereld op zijn kop, want we horen óók dat we naar een situatie moeten waarin we minder kunstmest gebruiken.’

Inhaken op de actualiteit

De gesprekken in de studiegroep over dit soort thema’s zijn leerzaam, aldus Henk. ‘We haken zoveel mogelijk in op de actualiteit. Bijvoorbeeld het verminderen van stikstofuitstoot door toevoeging van additieven aan de mest. Of het juiste tijdstip om te gaan bemesten. Uit onze gesprekken blijkt hoe bepalend de locatie is. Wij zitten op een relatief natte plek en beginnen om die reden pas halverwege maart mest uit te rijden. Vier weken later dan een collega die een paar kilometer verderop zit, op drogere grond. En wat voor mij persoonlijk een eye-opener is geweest? Dat we met bekalken nog winst kunnen behalen. De grond is soms zuurder dan je denkt.’

Makkelijk gedacht over voedsel

Er wordt wel eens te makkelijk gedacht over voedsel, vindt Henk. ‘Er zijn mensen die natuur boven voedselproductie verheffen. Terwijl iedereen voedsel nodig heeft. Je hoort tegenwoordig ook regelmatig dat het slecht gesteld is met de bodemvruchtbaarheid. Maar mijn bodem zit vol leven. En we doen er ook alles aan om dat zo te houden. Want voor ons geldt dat we liever béter gras dan méér gras hebben. Naast ons grasland hebben we houtsingels, botanische weideranden en een hectare bos. Dat is voor mij ook het mooiste van boer zijn: werken met de natuur.’

Veldexperiment in maïs

Bij Henk wordt een veldexperiment uitgevoerd: een maïsdemo waarbij op vier verschillende manieren wordt bemest. Daarvoor zijn vier keer zestien rijen ingezaaid. Zowel het inzaaien als het bemesten gaat volledig op GPS. Doelstelling is om te kijken bij welke methode het meeste zetmeel van het land kan worden gehaald. Henk: ‘Het is leuk om het groeiproces nauwlettend te volgen. In september-oktober, als de maïs oogstrijp is, zijn de resultaten bekend.’