Belangrijk onderdeel van het Vruchtbare Kringloop-programma is het uitvoeren van (kleinschalige) veldproeven. Ideeën voor deze praktijkproeven, waarbij een verbetering van de circulariteit van de landbouw centraal staat, worden in gezamenlijkheid per studiegroep bepaald. Eén van de proeven gaat binnenkort van start in Doniaga, op veengrond.

Het telen van andere gewassen dan gras op veen kent uitdagingen, zoals een trage groeistart en geringe draagkracht van de bodem. ‘We gaan experimenteren met alternatieve gewassen op veengrond om te kijken welke teelten succesvol kunnen zijn,’ vertelt studiegroepbegeleider Jan Kroes (foto). ‘Het gaat om zomergraan én om het inzaaien van een vlinderbloemige, klaver of luzerne. Vooral die laatste teelt is niet direct voor de hand liggend op veengrond, maar het is wél een gewaskeuze die vanuit het GLB wordt gestimuleerd. Het plan is om in het voorjaar het zomergraan te gaan inzaaien en dan de vlinderbloemige in augustus en in de tijd te gaan volgen, zodat we in de loop van 2024 iets kunnen zeggen over de resultaten.’

Twee bewerkingsmethoden

Het idee achter het telen van zomergraan is dat het goed past in een rantsoen met gras, met een gunstig effect op het ureumgehalte. Bij het inzaaien van het graan (in april) is de gedachte om twee bewerkingsmethoden uit te testen: ondiep ploegen en niet-kerende grondbewerking. Gekeken wordt hoe de verschillende methodieken in de praktijk uitpakken. ‘Ook dát is interessant om te volgen,’ aldus Jan. ‘Uiteindelijk begint alles bij je bouwgrond. Naast je gewaskeuze is ook de manier van bewerken van invloed op stikstofbinding en daarmee op de kwaliteit en opbrengst van je gewas.’

Andere praktijkproeven

Inmiddels staan ook de nodige andere praktijkproeven in de stijgers, waar we in de komende nieuwsbrieven aandacht aan zullen besteden. Alvast een tipje van de sluier:

  • Het verbeteren van het kleihumuscomplex (CEC) leidt tot een betere structuur waardoor de doorworteling van de gewassen verbeterd. Dit leidt tot een betere waterhuishouding in droge en natte tijden en tot minder uitspoeling naar het grond- oppervlaktewater. Centrale vraag: hoe kan met een lagere N-gift uit kunstmest toch dezelfde opbrengst/kwaliteit worden behaald?
  • Een rustgewas vermindert de uitspoeling van nutriënten en verbetert de bodemkwaliteit, zodat ook de waterkwaliteit wordt verbeterd. Bij deze proef worden rustgewassen gezaaid op twee percelen waar continue mais wordt verbouwd, op het ene perceel klaver en op het andere perceel luzerne. Centrale vraag: wat doen beide gewassen voor de verbetering van de bodem als het gaat om doorworteling, betere nutriëntenbenutting, minder uitspoeling en voor de kwaliteit van het voer van eigen land?
  • Het binden van stikstof gebeurt vaak door het gebruik van kunstmest. Met de relatief grote CO2 footprint van kunstmest is het interessant om naar alternatieven te kijken. Centrale vraag: is Blue N, een natuurlijk middel dat ook in de biologische landbouw gebruikt mag worden, een goede vervanger?