‘Door dit project ontdekte ik dat we een relatief laag fosfaatresultaat hebben’

Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland (VKNN) eindigt na bijna vijf jaar in de provincie Drenthe. Hoe kijken de deelnemers terug op het Kringloopwijzerproject? Wat leerden ze en welke maatregelen passen ze nu toe? Melkveehouder Jappie Riedstra uit Veenhuizen vertelt over zijn deelname.

Melkveehouder Riedstra deed mee aan het project Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland. Binnen dit project werkten melkveehouders aan kringlooplandbouw op hun eigen bedrijf via de KringloopWijzer. Uit de KLW-resultaten van deelnemers blijkt dat ze hun koeien meer weiden, dierlijke mest beter benutten en ruwvoerwinning optimaliseren. Na vijf jaar tijd komt het project ten einde. Aan deelnemer Jappie Riedstra vroegen we wat hij heeft geleerd en vond van het project.

Net zoals voor veel melkveehouders was de implementatie van de Kringloopwijzer de reden om mee te doen aan het project ‘VKNN Drenthe’. Vult u deze nu zelf in?

‘Dat was wel mijn doel toen ik begon aan dit project, maar tot nu toe vult mijn adviseur de Kringloopwijzer nog in. Wel neem ik de tijd om het te bespreken met mijn adviseur. Wat zijn de resultaten, wat kan ik anders doen en wat moet ik daarvoor doen?’

Waarom is kennis van de Kringloopwijzer belangrijk?

‘Er wordt steeds nadrukkelijker gekeken naar de cijfers op een bedrijf. We worden er bijna op afgerekend. Dan is het belangrijk dat ik zelf weet waar ik sta, dat ik inzicht heb in de data van mijn bedrijf en weet aan welke knoppen ik kan of moet draaien om het anders te doen. Door deelname aan het project ‘VKNN Drenthe’ weet ik dat nu beter.’

Wat is een andere belangrijke les door deelname aan dit project?

‘Een waardevolle vind ik: je kunt sturen. Het gevoel dat ik zelf aan de knoppen van mijn bedrijf draai, vind ik belangrijk en was ik eigenlijk een beetje kwijt. Door dit project heb ik het stuur weer in handen. Neem bijvoorbeeld bemesting: ik was een type dat altijd de goedkoopste kunstmest kocht. Dat is niet per se de beste. Nu gebruik ik een andere meststof waar ik minder van hoef in te zetten. Daarmee behaal ik betere resultaten.’

Wat leerde u nog meer over uw bedrijf?

‘Door onze cijfers te vergelijken met eerdere jaren en andere bedrijven ontdekte ik dat we een relatief laag fosfaatgehalte hebben. Reageer je daar niet op, dan hol je je bedrijf uit. Daarom voer ik bewust meer fosfaat aan.’

Hoe kijkt u terug op de bijeenkomsten?

‘Ik vond de studiegroepen waardevol. Van je collega’s leer je het meest. Onze studiebegeleider Klaas-Jan Janssen bracht altijd iets uit de actualiteit mee om te bespreken. Dat maakt je bewust van de omgeving. Daarna bespraken we een onderwerp gerelateerd aan de Kringloopwijzer. Positief vond ik ook de ruimte voor eigen inbreng.’

Wat zijn de uitdagingen voor u in dit gebied de komende jaren?

‘Droogte, want we zitten met ons bedrijf op zandgrond. Ik neem veel maatregelen om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren en het organischestofgehalte op peil te houden. Al tien tot vijftien jaar maken we de bodem weerbaarder door natuurmaaisel af te zetten op ons land. Mogelijk gaan we ook kruidenrijk grasland uitproberen op onze droogtegevoelige percelen.’

 

Melkveehouder Jappie Riedstra, deelnemer aan het project ‘Vruchtbare Kringloop Drenthe’.

Foto: Jan Anninga