De deelnemers van de kennisgroep Melk & Klimaat werken aan het verminderen van de uitstoot van de broeikasgassen. Na de studiebijeenkomsten hebben alle melkveeboeren bedrijfsspecifieke adviezen gekregen om mee aan de slag te gaan. Hoe pakt een boer de maatregelen op? En welke tips kan de expert nog geven? Lees meer over: bodem.

Johan Oerlemans leidt samen met zijn broer en vader een melkveebedrijf in Ypecolsga (Friesland). Samen hebben ze 250 melkkoeien met bijbehorend jongvee. Het aantal hectare waar ze gras of maïs op telen, wisselt jaarlijks. Vorig jaar teelden ze op 80 hectare gras en 15 hectare mais. De boerderij in Ypecolsga staat op veengrond met een klei toplaag.

Johan Oerlemans is deelnemer aan de kennisdeelgroep Melk & Klimaat van Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland. Onder andere door hun deelname aan Melk & Klimaat werkt het melkveebedrijf Oerlemans aan het optimaliseren bodem. Dat proces werd in gang gezet door het omzetten van de grond, vertelt Johan. “Onze bodem bestaat de eerste dertig centimeter uit zware slibklei, daarna volgt 70 centimeter veen en daarna pas zand. Dat hebben we omgezet.”

Minder CO2 uitstoot, meer vruchtbare grond

In totaal 23 hectare werd door het gespecialiseerde bedrijf Scholte Grondverzet omgezet. Dat betekent dat met een kraan het zand omhoog en het veen omlaag is gewerkt. De klei is verwerkt door het zand. Daarmee verbeter je op twee manieren de bodem, vertelt Oerlemans: “Door het zand omhoog te werken en te mengen met de klei krijg je een lichte zavelgrond, erg vruchtbaar. Door de vermenging van zand en klei ontstaat een betere opneembare grond waardoor mineralen beter worden benut. En ten slotte, hoewel dit nog niet is onderzocht geloof ik er wel in, ligt het veen onder in het grondwater waardoor minder c02 wordt uitgestoten.”

De vette oogstjaren op de omgezette grond moeten echter nog komen, weet Oerlemans. “We zitten nu in het eerste oogstseizoen, maar ik houd rekening met een jaar of 5, 6 voor de bodem om te herstellen.” Daarna verwacht Oerlemans veel meer opbrengst van zijn grond te halen, te vergelijken met de opbrengsten die boeren (met vergelijkbare grond) hebben in de Noordoostpolder. “Ik hoop op 18 ton droge stof gras en 60 ton mais tegenover 14 tot 16 ton droge stof gras nu.”

Wat zegt de expert? Lees Melk & Klimaat de bodem

Klaver voor eiwit van eigen grond

Ook op andere manieren werkt het melkveebedrijf aan biodiversiteit en klimaatdoelstellingen. Zo zaaien ze dit jaar voor het eerst witte klaver, dat schijnt bijen aan te trekken. “En in tegenstelling tot vroeger schijnt de opbrengst met witte klaver niet meer tegen te vallen.” Rode klaver zaaide Oerlemans altijd al in vanwege de hoge eiwitproductie. “Op de omgeschepte grond hebben we 40 kilo graszaad, 4 kilo rode klaver en 3 kilo witte klaver per hectare gezaaid.”

Bemesting

De bodem wordt gevoed door twee mestgiften van drijfmest en kunstmest, vertelt Oerlemans ten slotte. “Voor de eerste snede bemesten we 40 kuub drijfmest via de sleepslang en na de eerste sneden mesten we nog eens 30 kuub drijfmest met de sleepstang.” De eerste en de tweede snede reserveert Oerlemans namelijk voor de melkkoeien. “Die moet van hoge kwaliteit zijn, zodat ze er goed van kunnen melken. De droge koeien, pinken en kalveren kunnen wel voer eten zonder die bemesting in verband met vervetting.”