Kringloopwijzer als sturingsinstrument

De melkveehouderij zit in een lastige periode van voorsorteren op het fosfaatstelsel en finetunen van de bedrijfsvoering. De Kringloopwijzer kan hierbij een nuttig sturingsinstrument zijn. Reden voor Harm Bergman uit Oldetrijne om zich aan te melden voor het project Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland (VKNN). Harm en Anneke Bergman hebben een melkveebedrijf met 140 melkkoeien en
circa 90 stuks jongvee op 70 hectare grond. Met een gemiddelde melkproductie van 9.000 liter per koe produceert het bedrijf
1,2 miljoen liter per jaar. Ze zitten op zandgrond, aan de rand van het Veenweidegebied. Op 20 procent van het areaal verbouwen ze mais, de rest wordt gebruikt als grasland. De koeien blijven het hele jaar door op stal en krijgen met de voermengwagen graskuil, snijmaïs, krachtvoer en droge bijproducten. De maatschap stelt al enkele jaren de Kringloopwijzer op samen met een adviseur. ‘Ik vind het geen leuk werk en je hebt snel een fout gemaakt. Daarom laat ik het liever door iemand anders doen’, zegt de melkveehouder. Hij deed aanvankelijk te weinig met de cijfers. ‘We halen tot nu toe weinig voordeel uit de Kringloopwijzer. Dat komt omdat we een hoge graslandproductie met veel ruweiwit hebben. Daarmee komen we met de BEX niet goed uit. Wel vreemd natuurlijk, want onze technische resultaten zijn wel goed. Daar worden we nu op afgerekend.’

Bemesting
De hoge opbrengst van het eigen grasland wordt vooral gerealiseerd door een nauwkeurige bemesting. ‘De eerste snee bemesten we
in kleinere porties, zowel kunstmest als drijfmest. En ook later in het seizoen geef ik vaker een kleinere gift. Met een eigen mesttank
is dat mogelijk.’ Het afgelopen jaar haalde Bergman daarmee een drogestofopbrenst van rond de 13 ton per hectare met een ruweiwit-gehalte rond de 200. De uitdaging is nu om de benutting van het ruweiwit uit eigen ruwvoer te verbeteren, zodat hij beter uitkomt met de BEX. ‘Fosfaat is het eerste probleem niet, ons probleem zit aan de stikstofkant. Ik wil weten aan welke knoppen ik kan draaien om die efficiëntie te verbeteren.’ Wellicht is op krachtvoer te besparen. ‘Maar ook belangrijk vind ik dat we met de  Kringloopwijzer de mestafzet kunnen beperken. Dat is een grote kostenpost en onzekere factor. Je moet nu al behoorlijk netwerken om al de mest te kunnen wegzetten.’

Grip krijgen
Om meer grip te krijgen op met name de stikstofkringloop schreef Bergman zich in voor het project Vruchtbare Kringloop Noord-
Nederland. De studiegroep waarvan hij deel uitmaakt, is tot nu toe één keer bij elkaar geweest. Inhoudelijk kan hij er nog niet veel
over zeggen. ‘We moeten onze Kringloopwijzer opsturen naar Jaap Gielen van Countus en kunnen daarna de gegevens met elkaar vergelijken. Dat vind ik ook het sterke van een studiegroep: je kunt de sterke en zwakke punten van jezelf en van je collega’s uit de cijfers halen. Zo kun je leren van elkaar.’ Dat hij daarmee bedrijfsgegevens op tafel moet leggen, vindt hij geen probleem. ‘Zolang vertrouwelijke gegevens maar binnen de groep blijven. Ik draai ook mee in verschillende andere studiegroepen en leer ook daar van collega’s. Door deelname aan studiegroepen krijg je meer inzicht en kennis.’
Het bedrijf is zich al volop aan het voorbereiden op het fosfaatstelsel. ‘We zoeken het in de GVE-reductie’, zegt Bergman. ‘We gaan minder jongvee aanhouden en plussen op melkvee. We hebben in juli vorig jaar twee melkrobots in gebruik genomen en toen al wat koeien weggedaan. Dat was achteraf toch ook nodig geweest met de standstill van FrieslandCampina. En we hebben geen gekke dingen gedaan wat betreft groei. Dus we rollen er wel redelijk in.’ ‘We proberen nu, mede door de robots, de melkproductie per koe te verhogen en het bedrijf verder te optimaliseren. Maar het wordt wel een lastig jaar. Als de Kringloopwijzer een wettelijk sturingsinstrument wordt, moet ik wel weten hoe het spel gespeeld moet worden en wat ik moet doen om het resultaat de goede kant op te krijgen. Daarom doe ik mee aan het project VKNN.’

Vruchtbare Kringloop
Het project Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland ging vorig najaar van start en heeft tot doel kringlopen te sluiten en mineralen op bedrijfsniveau beter te benutten. Insteek is de Kringloopwijzer als managementinstrument. Hiermee reduceren deelnemers de uitstoot van stikstof en fosfaat en verbeteren ze de bodemvruchtbaarheid en daarmee hun bedrijfsrendement. In het project werken LTO Noord, de provincies Friesland, Groningen en Drenthe, Agrifirm, ForFarmers, Wetterskip Fryslân, Vitens, WUR, Countus, PPP Agroadvies, waterschap Noorderzijlvest en DLV samen met de deelnemende melkveehouders in de noordelijke provincies. De
projectcoördinatie is in handen van Projecten LTO Noord. Er is nog ruimte voor deelname.

Bovenstaand artikel is ook als pdf-bestand beschikbaar. Bron: Nieuwe Oogst 5 februari 2017, Ida Hylkema tekst, foto Persbureau Noordoost.